
Roel Deseyn, federaal parlementslid en voorzitter van de Parlementairen voor de 2030 Agenda, reisde eind juli met een delegatie Europese politici naar Tanzania. Daar ging hij met Tanzaniaanse parlementsleden, beleidsmakers, NGO medewerkers en jongerenactivisten in gesprek over de vele uitdagingen op het vlak van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.

Tanzania, in de Grote Merenregio, grenzend aan de DR Congo, Rwanda, Burundi, Kenya, Zimbabwe en Mozambique is één van de 14 partnerlanden in de bilaterale ontwikkelingssamenwerking van België. Maar liefst 44 procent van de bevolking is er jonger dan 15 en bijna de helft van de vrouwelijke bevolking is in de reproductieve leeftijd. De tienerzwangerschappen liggen er erg hoog, met 116 geboortes per 1.000 15 tot 19-jarigen (ter vergelijking, in België is dat 5 per 1.000). Moedersterfte, zeker bij de vele jonge moeders, is er dan ook hoog, met 398 gevallen per 100.000 geboortes (in België 7 gevallen per 100.000).
De parlementairen stelden vast dat de overheid de specifieke problemen goed in kaart heeft en over een goede strategie en actieplan beschikt. Die plannen in de praktijk omzetten blijft evenwel een enorme uitdaging. Cultureel blijft een groot gezin de norm, en religieuze leiders hebben een zwaar gewicht op de publieke opinie. Lokale beleidsmakers durven dan ook niet altijd de nek uitsteken. Het is daarom niet verwonderlijk dat veel van het voorlichtingswerk door internationale organisaties wordt opgenomen.
Maar ook waar de politieke wil bestaat, botst men op praktische problemen. Zo is er een enorm tekort aan geschoold personeel om de grote noden in de gezondheidssector in te lossen. De scholingsgraad in Tanzania ligt laag. Voor veel mensen blijft educatie beperkt tot het lager onderwijs, maar zelfs dan is het niet gegarandeerd dat mensen ook echt geletterd de schoolbanken verlaten. Dat laat zich voelen op de jobmarkt, met weinig gekwalificeerde artsen en verpleegsters en weinig goed geschoold onderwijspersoneel.
Ondanks de obstakels is parlementslid Roel Deseyn optimistisch: “Bij de Tanzaniaanse overheid is er een groot besef over het belang van gezinsplanning. Indien alles bij het oude blijft riskeert het land over 20 jaar dubbel zoveel inwoners te tellen. Dat kan het land economisch niet aan. Het is dan ook vastbesloten om van gezinsplanning een prioriteit te maken. Het stemt ook hoopvol dat er bekwaam politiek personeel in het parlement zetelt, met oppositieleden die nauw toezien op het beleid. Om het beleid te doen slagen zal het wel noodzakelijk zijn om maximaal te investeren in het verbeteren van het lager, middelbaar en hoger onderwijs en in het bijzonder de opleiding en ondersteuning van gezondheidspersoneel. Hiertoe zou België kunnen bijdragen indien het binnen haar samenwerking met Tanzania aandacht zou besteden aan de gezondheid- en onderwijssector.”
De parlementaire delegatiereis werd georganiseerd door het European Parliamentary Forum (EPF).
De parlementairen stelden vast dat de overheid de specifieke problemen goed in kaart heeft en over een goede strategie en actieplan beschikt. Die plannen in de praktijk omzetten blijft evenwel een enorme uitdaging. Cultureel blijft een groot gezin de norm, en religieuze leiders hebben een zwaar gewicht op de publieke opinie. Lokale beleidsmakers durven dan ook niet altijd de nek uitsteken. Het is daarom niet verwonderlijk dat veel van het voorlichtingswerk door internationale organisaties wordt opgenomen.
Maar ook waar de politieke wil bestaat, botst men op praktische problemen. Zo is er een enorm tekort aan geschoold personeel om de grote noden in de gezondheidssector in te lossen. De scholingsgraad in Tanzania ligt laag. Voor veel mensen blijft educatie beperkt tot het lager onderwijs, maar zelfs dan is het niet gegarandeerd dat mensen ook echt geletterd de schoolbanken verlaten. Dat laat zich voelen op de jobmarkt, met weinig gekwalificeerde artsen en verpleegsters en weinig goed geschoold onderwijspersoneel.
Ondanks de obstakels is parlementslid Roel Deseyn optimistisch: “Bij de Tanzaniaanse overheid is er een groot besef over het belang van gezinsplanning. Indien alles bij het oude blijft riskeert het land over 20 jaar dubbel zoveel inwoners te tellen. Dat kan het land economisch niet aan. Het is dan ook vastbesloten om van gezinsplanning een prioriteit te maken. Het stemt ook hoopvol dat er bekwaam politiek personeel in het parlement zetelt, met oppositieleden die nauw toezien op het beleid. Om het beleid te doen slagen zal het wel noodzakelijk zijn om maximaal te investeren in het verbeteren van het lager, middelbaar en hoger onderwijs en in het bijzonder de opleiding en ondersteuning van gezondheidspersoneel. Hiertoe zou België kunnen bijdragen indien het binnen haar samenwerking met Tanzania aandacht zou besteden aan de gezondheid- en onderwijssector.”
De parlementaire delegatiereis werd georganiseerd door het European Parliamentary Forum (EPF).