De macht en de vrijheid om te kiezen. Dat is het centrale thema van de State of the World Population 2018, het jaarlijks rapport dat het VN Bevolkingsfonds UNFPA dat op 17 oktober verscheen. Individuen en koppels moeten vrij kunnen kiezen of, wanneer en hoeveel kinderen ze willen. Het lijkt eenvoudig maar dat is het niet. Reproductieve rechten worden geschonden wanneer gezondheidsdiensten er niet inslagen om essentiële zorg of middelen te verschaffen, zoals anticonceptie, of wanneer vrouwen en jongeren geen toegang hebben tot informatie over relaties en seksualiteit. In die gevallen wordt het moeilijk om ongeplande zwangerschappen te vermijden.
Kinderwens
Reproductieve rechten gaat ook over het kunnen inlossen van je kinderwens. Niet enkel vruchtbaarheidsproblemen maar ook economische barrières kunnen dat ondermijnen. Zo kunnen werkloosheid, armoede en/of slecht betaalde jobs en een gebrek aan kinderopvang verklaren waarom mensen hun kinderwens niet inlossen. Institutionele, economische en sociale factoren bepalen dus of koppels en individuen eigen keuzes kunnen maken. Genderongelijkheid is daarbij vaak een onderliggend probleem.
Liever minder kinderen
Wanneer mensen zélf kunnen kiezen, kiezen ze overwegend voor kleinere gezinnen van gemiddeld twee kinderen. Met de groeiende beschikbaarheid van anticonceptie is er dan ook een tendens naar dalende geboortecijfers. Overheden spelen daarbij een cruciale rol. Zij kunnen actief een bevolkingsbeleid voeren door de promotie van gezinsplanning, investeren in onderwijs – in het bijzonder voor meisjes en vrouwen – en maatregelen die toelaten om werk en gezin te combineren.
Overheden van landen waar het aantal kinderen hoger ligt dan 4 kinderen per vrouw zijn bezorgd over de sterke bevolkingsgroei. Meer inwoners betekent immers meer druk op bestaande voorzieningen en vereisen veel grotere investeringen in gezondheidszorg, onderwijs en de economie. Reproductieve rechten zijn daarom niet enkel fundamenteel voor individuele vrouwen en mannen, maar ook een win voor landen zelf.
Universele toegang tot gezinsplanning tegen 2030
UNFPA, het VN-bevolkingsfonds, roept alle landen op om zich actief in te zetten voor de reproductieve rechten van al hun burgers, zodat niemand achterblijft. Overheden moeten de obstakels op sociaal, economisch en institutioneel vlak wegwerken. Alle landen hebben zich daartoe in 1994 geëngageerd, met de erkenning van reproductieve rechten op de Internationale Conferentie voor Bevolking en Ontwikkeling in Caïro.
Met de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling werd dat engagement hernieuwd, met de belofte om tegen 2030 iedereen in de wereld toegang te geven tot gezinsplanning. Omdat waar te maken moeten overheden seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten systematisch integreren in de basisgezondheidszorg, seksuele en relationele vorming voorzien voor elke jongere en genderongelijkheid bestrijden.
Reproductieve rechten gaat ook over het kunnen inlossen van je kinderwens. Niet enkel vruchtbaarheidsproblemen maar ook economische barrières kunnen dat ondermijnen. Zo kunnen werkloosheid, armoede en/of slecht betaalde jobs en een gebrek aan kinderopvang verklaren waarom mensen hun kinderwens niet inlossen. Institutionele, economische en sociale factoren bepalen dus of koppels en individuen eigen keuzes kunnen maken. Genderongelijkheid is daarbij vaak een onderliggend probleem.
Liever minder kinderen
Wanneer mensen zélf kunnen kiezen, kiezen ze overwegend voor kleinere gezinnen van gemiddeld twee kinderen. Met de groeiende beschikbaarheid van anticonceptie is er dan ook een tendens naar dalende geboortecijfers. Overheden spelen daarbij een cruciale rol. Zij kunnen actief een bevolkingsbeleid voeren door de promotie van gezinsplanning, investeren in onderwijs – in het bijzonder voor meisjes en vrouwen – en maatregelen die toelaten om werk en gezin te combineren.
Overheden van landen waar het aantal kinderen hoger ligt dan 4 kinderen per vrouw zijn bezorgd over de sterke bevolkingsgroei. Meer inwoners betekent immers meer druk op bestaande voorzieningen en vereisen veel grotere investeringen in gezondheidszorg, onderwijs en de economie. Reproductieve rechten zijn daarom niet enkel fundamenteel voor individuele vrouwen en mannen, maar ook een win voor landen zelf.
Universele toegang tot gezinsplanning tegen 2030
UNFPA, het VN-bevolkingsfonds, roept alle landen op om zich actief in te zetten voor de reproductieve rechten van al hun burgers, zodat niemand achterblijft. Overheden moeten de obstakels op sociaal, economisch en institutioneel vlak wegwerken. Alle landen hebben zich daartoe in 1994 geëngageerd, met de erkenning van reproductieve rechten op de Internationale Conferentie voor Bevolking en Ontwikkeling in Caïro.
Met de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling werd dat engagement hernieuwd, met de belofte om tegen 2030 iedereen in de wereld toegang te geven tot gezinsplanning. Omdat waar te maken moeten overheden seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten systematisch integreren in de basisgezondheidszorg, seksuele en relationele vorming voorzien voor elke jongere en genderongelijkheid bestrijden.