Uit een analyse van de Belgische federale ontwikkelingshulp blijkt dat er minder geld is voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, maar dat de thema’s relatief gezien wel aan belang winnen.
Beleid en middelen
In het federale ontwikkelingsbeleid treden seksuele en reproductieve rechten en gezondheid (SRGR) steeds meer op de voorgrond. Sensoa toetst of het beleid zich vertaalt op het terrein aan de hand van een analyse van de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking in 2015. Bovendien wordt aan elk project door het Belgische Directoraat-generaal voor ontwikkelingssamenwerking een score toegekend voor de aandacht voor hiv; reproductieve gezondheid en de gezondheid van moeders, pasgeborenen en kinderen; en gendergelijkheid. Deze “markers” helpen ons bij de analyse.
Groter aandeel
De uitgaven voor gezondheid dalen met 23 miljoen euro of 14% ten opzichte van 2014. De uitgaven voor reproductieve gezondheid dalen met 4 miljoen euro of 13%. Beide sectoren samen maken een iets groter aandeel uit van de totale ontwikkelingssamenwerking: van 13% in 2014 naar 14% in 2015.
Ook de uitgaven voor projecten in sectoren van gezondheid die bijdragen tot de aanpak van hiv dalen, maar het aandeel van de projecten dat de aanpak van hiv tot hoofddoel heeft stijgt van 17% in 2014 naar 28% in 2015.
Meer dan de helft van alle uitgaven in de gezondheidssectoren dragen in mindere of meerdere mate bij tot reproductieve gezondheid en de gezondheid van moeders, pasgeborenen en kinderen, ongeveer hetzelfde aandeel als in 2014. Uit de analyse blijkt verder dat buiten de gezondheidssectoren het aandeel is gestegen van 12% van de projecten in 2015, tegenover 3% van de projecten in 2014.
Besluit
Een positieve evolutie is dat seksuele en reproductieve gezondheid en rechten de afgelopen jaren aan belang hebben gewonnen binnen de federale ontwikkelingssamenwerking. Desondanks hebben projecten met aandacht voor die thema’s sterk te lijden onder de forse besparingen van de afgelopen jaren.
Lees het volledige rapport:
In het federale ontwikkelingsbeleid treden seksuele en reproductieve rechten en gezondheid (SRGR) steeds meer op de voorgrond. Sensoa toetst of het beleid zich vertaalt op het terrein aan de hand van een analyse van de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking in 2015. Bovendien wordt aan elk project door het Belgische Directoraat-generaal voor ontwikkelingssamenwerking een score toegekend voor de aandacht voor hiv; reproductieve gezondheid en de gezondheid van moeders, pasgeborenen en kinderen; en gendergelijkheid. Deze “markers” helpen ons bij de analyse.
Groter aandeel
De uitgaven voor gezondheid dalen met 23 miljoen euro of 14% ten opzichte van 2014. De uitgaven voor reproductieve gezondheid dalen met 4 miljoen euro of 13%. Beide sectoren samen maken een iets groter aandeel uit van de totale ontwikkelingssamenwerking: van 13% in 2014 naar 14% in 2015.
Ook de uitgaven voor projecten in sectoren van gezondheid die bijdragen tot de aanpak van hiv dalen, maar het aandeel van de projecten dat de aanpak van hiv tot hoofddoel heeft stijgt van 17% in 2014 naar 28% in 2015.
Meer dan de helft van alle uitgaven in de gezondheidssectoren dragen in mindere of meerdere mate bij tot reproductieve gezondheid en de gezondheid van moeders, pasgeborenen en kinderen, ongeveer hetzelfde aandeel als in 2014. Uit de analyse blijkt verder dat buiten de gezondheidssectoren het aandeel is gestegen van 12% van de projecten in 2015, tegenover 3% van de projecten in 2014.
Besluit
Een positieve evolutie is dat seksuele en reproductieve gezondheid en rechten de afgelopen jaren aan belang hebben gewonnen binnen de federale ontwikkelingssamenwerking. Desondanks hebben projecten met aandacht voor die thema’s sterk te lijden onder de forse besparingen van de afgelopen jaren.
Lees het volledige rapport:
sensoa-odarapport2015.pdf |