Het Guttmacher Institute’s recente “Adding it Up” rapport brengt het tekort aan seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten in lage en middeninkomenslanden in kaart. Het berekende ook wat het zou kosten om dat tekort in te lossen.
Grote nood
218 miljoen vrouwen in de reproductieve leeftijd (15-49) in lage en middeninkomenslanden (LMIC) hebben een niet-ingeloste nood aan moderne anticonceptie. Zij willen een zwangerschap vermijden maar gebruiken geen moderne vorm van anticonceptie. Ongeveer de helft (49%) van alle zwangerschappen in LMICs – zo’n 111 miljoen per jaar – zijn ongepland.
Miljoenen zwangere vrouwen hebben geen toegang tot adequate zwangerschaps- en bevallingszorg: 50 miljoen vrouwen ontvangen onvoldoende prenatale zorg en 31 miljoen vrouwen bevallen buiten het hospitaal. Zo lopen miljoenen vrouwen en pasgeborenen nodeloze gezondheidsrisico’s.
Grote verandering
Als alle vrouwen in LMICs die een zwangerschap willen vermijden moderne anticonceptie zouden gebruiken én alle zwangere vrouwen en hun pasgeborenen de zorg zouden ontvangen zoals voorgeschreven door de Wereldgezondheidsorganisatie zou de impact geweldig zijn:
Wat is er nodig om dit te realiseren?
Een zorgpakket dat de nood aan moderne anticonceptie, prenatale zorg en moeder- en kindzorg voor alle vrouwen zou omvatten, inclusief de behandeling van de belangrijkste seksueel overdraagbare aandoeningen zou €9 per persoon, per jaar, kosten. Dat is €4 per persoon meer dan er nu aan besteed wordt.
Met gemiddeld €4 per persoon per jaar zou de kwaliteit van de diensten die vrouwen nu al gebruiken, verbeteren en zouden alle vrouwen de zorg ontvangen die ze nodig hebben.
De kosten variëren wel van land tot land. De lage inkomenslanden in Sub- Sahara-Afrika vereisen de grootste investeringen, namelijk een toename van de huidige €3 naar €13 per persoon per jaar. Deze landen hebben de grootste nood aan extra diensten en het versterken en uitbreiden van hun gezondheidssystemen.
Het laatste Duurzame Ontwikkelingsdoelen rapport wijst erop dat de ODA-uitgaven voor gezondheidszorgen de voorbije jaren stagneerden. Om de universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg en rechten te realiseren (zoals opgenomen in de 2030 Agenda) moet zowel de binnenlandse en de buitenlandse steun voor gezondheid en reproductieve gezondheid dringend worden opgetrokken.
218 miljoen vrouwen in de reproductieve leeftijd (15-49) in lage en middeninkomenslanden (LMIC) hebben een niet-ingeloste nood aan moderne anticonceptie. Zij willen een zwangerschap vermijden maar gebruiken geen moderne vorm van anticonceptie. Ongeveer de helft (49%) van alle zwangerschappen in LMICs – zo’n 111 miljoen per jaar – zijn ongepland.
Miljoenen zwangere vrouwen hebben geen toegang tot adequate zwangerschaps- en bevallingszorg: 50 miljoen vrouwen ontvangen onvoldoende prenatale zorg en 31 miljoen vrouwen bevallen buiten het hospitaal. Zo lopen miljoenen vrouwen en pasgeborenen nodeloze gezondheidsrisico’s.
Grote verandering
Als alle vrouwen in LMICs die een zwangerschap willen vermijden moderne anticonceptie zouden gebruiken én alle zwangere vrouwen en hun pasgeborenen de zorg zouden ontvangen zoals voorgeschreven door de Wereldgezondheidsorganisatie zou de impact geweldig zijn:
- Ongeplande zwangerschappen zouden dalen met 68%
- Onveilige abortussen zouden dalen met 72%
- Moedersterfte zou dalen met 62%
Wat is er nodig om dit te realiseren?
Een zorgpakket dat de nood aan moderne anticonceptie, prenatale zorg en moeder- en kindzorg voor alle vrouwen zou omvatten, inclusief de behandeling van de belangrijkste seksueel overdraagbare aandoeningen zou €9 per persoon, per jaar, kosten. Dat is €4 per persoon meer dan er nu aan besteed wordt.
Met gemiddeld €4 per persoon per jaar zou de kwaliteit van de diensten die vrouwen nu al gebruiken, verbeteren en zouden alle vrouwen de zorg ontvangen die ze nodig hebben.
De kosten variëren wel van land tot land. De lage inkomenslanden in Sub- Sahara-Afrika vereisen de grootste investeringen, namelijk een toename van de huidige €3 naar €13 per persoon per jaar. Deze landen hebben de grootste nood aan extra diensten en het versterken en uitbreiden van hun gezondheidssystemen.
Het laatste Duurzame Ontwikkelingsdoelen rapport wijst erop dat de ODA-uitgaven voor gezondheidszorgen de voorbije jaren stagneerden. Om de universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg en rechten te realiseren (zoals opgenomen in de 2030 Agenda) moet zowel de binnenlandse en de buitenlandse steun voor gezondheid en reproductieve gezondheid dringend worden opgetrokken.